Wat beweegt de basisarts?
mei 2024Het onderzoek ‘wat beweegt de basisarts’ gaat in op het loopbaangedrag van artsen die (nog) geen specialist zijn. Daarin zijn drie grote groepen te onderscheiden: de artsen die niet in opleiding zijn en wel in de praktijk werken (bekend als ‘anios’), de artsen die onderzoekswerk doen en de artsen die in opleiding zijn tot specialist (aios). Welke afwegingen maken deze artsen in hun loopbaan en wat betekent dat voor de vraag hoeveel nieuwe artsen we in Nederland nodig hebben?
Het onderzoek laat 5.778 basisartsen aan het woord die vele vragen hebben beantwoord over waar ze werken of hebben gewerkt, wat hun ervaringen en overwegingen zijn en wat hun loopbaankeuze heeft beïnvloed.
De belangrijkste conclusies van het onderzoek zijn:
• Er is in 2023 geen toename waar te nemen van de groep artsen die buiten de zorg werkt en/of in een functie werkt waarvoor de beschermde beroepstitel van arts niet nodig is.
• De behoefte onder artsen om een vervolgopleiding tot specialist te volgen, is groter dan in eerdere peilingen is verondersteld.
• De periode dat basisartsen in de praktijk blijven werken voordat ze in opleiding gaan, is ten opzichte van vorige peilingen gestegen.
• De anios die in de praktijk werken, doen dat om verschillende redenen. De aniosperiode heeft meer functies gekregen dan enkel wachten op een opleidingsplek.
• De grootste groep artsen wist al vroeg dat ze zeker specialist wilden worden. Zij bereiden zich doelgericht voor op een aiosplek. Zij zijn inhoudelijk gedreven en hechten veel waarde aan variatie in de werkzaamheden, positieve werksfeer en contact met patiënten. Ook wegen zij de kansen op het verkrijgen van een aiosplek.
• De groep artsen die al langer twijfelt of ze een vervolgopleiding wilden doen, gebruiken de aniosperiode vooral om uit te vinden wat het beste bij hen past en hoe hun leven als arts eruit kan zien. Zij zijn inhoudelijk gedreven, maar houden ook rekening met persoonlijke (regel)ruimte, zoals rond werktijden, tijd voor privéleven en – in iets mindere mate – vrijheid en eigen regie. Om die reden richt hun blik zich ook op mogelijkheden om te blijven werken als basisarts of om te werken in een functie waar je geen arts voor hoeft te zijn.
• Er is ook een groep van artsen die twijfelt over het werkveld of specialisme waarin ze willen werken. Zij gebruiken de aniosperiode vooral om werkende weg een betere keuze te kunnen maken voor het meest aantrekkelijke werkveld.
• Een deel van de artsen geeft aan zowel tijdens de opleiding geneeskunde als in de aniosperiode behoefte te hebben (gehad) aan meer (loopbaan)begeleiding en meer inzicht in de diverse loopbaanmogelijkheden.
• Bijna alle artsen in dit onderzoek laten hun loopbaankeuzen niet afhangen van arbeidsvoorwaarden, werkdruk en diensten. De artsen verschillen wel in de mate waarin ze hierover (on)tevreden zijn.
• Aios en anios merken wel dat zij meer worden ingezet vanwege personeelstekorten. De anios pakt daarbij taken op die anders de aios, de physician assistant of de verpleegkundig specialist doet.
• Vanwege de verschillende verwachtingen en drijfveren van artsen kunnen er tijdens de aniosperiode op vele manieren mismatches ontstaan tussen de behoefte van basisartsen aan persoonlijke fit en de maatschappelijke behoefte en instroomeisen van werkgevers en opleiders.
Het onderzoek is explorerend en verdiepend, zodat bij de komende raming beter rekening is te houden met het toekomstige aanbod aan basisartsen. Op basis van dit onderzoek zijn dan ook nog geen conclusies te trekken over de benodigde hoeveelheid geneeskundestudenten in Nederland. Nader onderzoek naar de ontwikkelingen in de toekomstige vraag naar basisartsen in de zorgpraktijk zal hier meer licht op moeten werpen.
Voor meer informatie zie de managementsamenvatting. Het onderzoek is een gemeenschappelijke publicatie van het Capaciteitsorgaan en het Nivel. Voor vragen over het onderzoek kunt u contact opnemen met dr. Cisca Joldersma, directeur Capaciteitsorgaan, 06-30006514, c.joldersma@capaciteitsorgaan.nl
Link voor rapport
Link voor bijlagen bij rapport
Link voor aanbiedingsbrief
Terug